Groeninge P. 69
Het Vlaamse heir staat immer pal,
Daar ’t winnen of daar ’t sterven zal!
Alhier, aldaar, aan lang lansen,
De leeuwen dansen!
1.
De winden schudden met geweld
De zwarte blomme in ’t geluw veld;
De kwaden zien, benêen de transen
De leeuwen dansen!
Met bezemen zo komen ze af,
Om ’t Vlaamse volk af te ransen
Als ijdel kaf, dat ’t zweerd onweerd is.
De leeuwen dansen! (ter)
2.
Harop! Harop! De trompe steekt,
De boeien los, de banden breekt!
Ten vijand in! Dat op zijn schansen
De leeuwen dansen!
Sta vuist en voet de vane omtrent!
En gij die God noch ere en kent,
Ruimt bane, eer op uw vege bansen
De leeuwen dansen! (ter)