Het kwezelken P. 179

Aliases: Zeg kwezelken wilde gij dansen?


1.
Zeg, kwezelken, wilde gij dansen?
Ik zal u geven een ei.
Wel neen ik, zei dat kwezelken,
Van dansen ben ik vrij.

R.
Ik kan niet dansen,
Ik mag niet dansen.
Dansen is onze regel niet,
Begijntjes en kwezelkens dansen niet.

2.
Zeg, kwezelken, wilde gij dansen?
Ik zal u geven een koe.
Wel neen ik, zei dat kwezelken,
Van dansen word ik te moe.

3.
Zeg, kwezelken, wilde gij dansen?
Ik zal u geven een paard.
Wel neen ik, zei dat kwezelken,
’t En is mij ’t dansen niet waard.

4.
Zeg, kwezelken, wilde gij dansen?
Ik zal u geven een man.
Wel ja ik, zei dat kwezelken,
’k Zal dansen wat ik kan.

R.
Ik kan wel dansen,
Ik mag wel dansen.
Dansen is onze regel wel,
Begijntjes en kwezelkens dansen wel.