Het lied der Vlamingen P. 57



1.
Waar Maas en Schelde vloeien,
De Noordzee bruist en stormt,
Waar vrede en kunsten bloeien,
De vrijheid mannen vormt;
Waar velden, wouden, weiden,
Als gaarden rijk beplant,
De weelde en vreugde verspreiden
Daar is, daar is ons vaderland,
Daar is ons Vaderland.

2.
Daar stijgen uit ’t verleden
De Keerl en Klauwaart op:
Zij hebben stout gestreden,
Verplet der vreemden kop;
Hun goed, hun bloed, hun leven,
Met mildheid steeds verpand,
Om ons te kunnen geven
Het vrije, vrije Vaderland.
Het vrije Vaderland.

3.
O Nederland! O Vrijheid!
Gij adelt ons gevoel;
Wij zweren ook met blijheid:
Uw toekomst is ons doel!
Wij zullen, jonge scharen,
Steeds onzen plicht gestand,
Met hand en hart bewaren
Het heilig, heilig Vaderland.
Het heilig Vaderland.