Het lied van hertog Jan P. 416



1.
Toen de Hertog Jan kwam varen
Te peerd parmant, al triumfant
Na zevenhonderd jaren
Hoe zong men t'allen kant
Harba lorifa, zong den Hertog
Harba lorifa
Na zevenhonderd jaren
In dit edel Brabants land

2.
Hij kwam van over 't water
Den Scheldevloed, aan wal te voet
't Antwerpen op de straten
Zilver veren op zijn hoed
Harba lorifa, zong den Hertog
Harba lorifa
't Antwerpen op de straten
Lere lezen aan zijn voet

3.
Och Turnhout, stedeke schone
Zijn uw ruitjes groen, maar uw hertjes koen
Laat den Herto binnenkomen
In dit zomers vrolijk seizoen
Harba lorifa, zong den Hertog
Harba lorifa
Laat den Hertog binnenkomen
Hij heeft een peerd vandoen

4.
Hij heeft een peerd gekregen
Een schoon wit peerd, een schimmelpeerd
Daar is hij opgestegen
Dien ridder onverveerd
Harba lorifa, zong den Hertog
Harba lorifa
Daar is hij opgestegen
en hij reed naar Valkensweerd

5.
In Valkensweerd daar zaten daar zaten
Al in de kast, de zilverkast
De gulde-koning zin platen
Die werden aaneen gelast
Harba lorifa, zong den Hertog
Harba lorifa
De guldekoning zijn platen
Toen had hij een harnas

6.
Rooise boeren, komt naar buiten
Met de grote trom, met de kleine trom
Trompetten en cornetten en de fluiten
Want den Hertog komt weerom
Harba lorifa, zong den Hertog
Harba lorifa
Trompetten en cornetten ende fluiten
In dit Brabants Hertogdom

7.
Wij reden allemaal samen
Op Oirschot aan, door een kanidassenlaan
En Jan riep: "In Gods name!
Hier heb ik meer gestaan."
Harba lorifa, zong den Hertog
Harba lorifa
En Jan riep: "In Gods name!
Reikt mij mijn standaard aan!"

8.
De standaard was de gouwe
Die waaide dan, die draaide dan
Die droeg de leeuw mee klauwen
Wij zongen alle man
Harba lorifa, zong den Hertog
Harba lorifa
Die droeg de leeuw met klauwen
Ja, de leeuw van Hertog Jan

9.
Hij is in den Bosch gekommen
Al in den nacht, en niemand zag 't
En op de Sint Jan geklommen
Daar ging hij staan op wacht
Harba lorifa, zong den Hertog
Harba lorifa
En op de Sint Jan geklommen
Daar staat hij dag en nacht