Jan de mulder P. 184
R.
Jan de Mulder met zijnen leren kulder
En zijn leren broekjen aan
Zoude zo geren, zonder lanteren
Zoude zo geren te vrijen gaan
1.
Hier is het vlees en daar is de vis
En daar is het mannekenpis
Vlees ende vis, mannekenpis
En daar is de vogel, die bedrieglijk is
2.
Daar is de zon en daar is de maan
En daar is de kraaiende haan
Zon en de maan, kraaiende haan
Vlees ende vis, mannekenpis
En daar is de vogel, die bedrieglijk is
3.
Daar is het glas en daar is de kan
En daar is de dronken Jan
Glas en de kan, dronkene Jan
Zon en de maan, kraaiende haan
Vlees ende vis, mannekenpis
En daar is de vogel, die bedrieglijk is
4.
Daar is de hond en daar is de kat
En daar is het d'Oost-Indsche rat
Hond en de kat, Oost-Indsche rat
Glas en de kan, dronkene Jan
Zon en de maan, kraaiende haan
Vlees ende vis, mannekenpis
En daar is de vogel, die bedrieglijk is