Als de kerels te gare zijn P. 80



1.
Als de kerels te gare zijn
Doedle bomle rom dom dom.
Wat liedje moet er gezongen zijn?
Doedle rom dom dom!

R.
't Kerelslied, 't Kerelslied,
Doedle bomle rom dom dom.
't Kerelslied, "t Kerelslied,
Doedle rom dom dom.

2.
Zij renden met zessen langs de baan,
Doedle bomle rom dom dom.
Zij hadden stalen kleren aan,
Doedle rom dom dom!

R.
Isegrims, Isegrims ...

3.
Zij hadde, waaiend' helmen aan,
Doedle bomle rom dom dom.
Zij renden zingend langs de baan,
Doedle rom dom dom!

R.
Wat zongen zij? Wat zongen zij? ...

4.
Van edele ridders en heren groot,
Doedle bomle rom dom dom.
Van nijdige kerels en galgedood,
Doedle rom dom dom!

R. Isegrims, Isegrims ...

5.
De kerels kennen een schoondren zang,
Doedle bomle rom dom dom.
De zang der kerels en is niet lang,
Doedle rom dom dom!

R.
Maar zegt veel, maar zegt veel ...

6.
Vliegt de blauwvoet? Storm op zee!
Doedle bomle rom dom dom.
Vliegt de blauwvoet? Storm op zee!
Doedle rom dom dom!

R.
Storm op zee! Storm op zee! ...

7.
En als de kerel aan 't zingen valt,
Doedle bomle rom dom dom.
Zijn liedje vromer als de andere schal:
Doedle rom dom dom!

R.
Storm op zee! Storm op zee! ...