Sa laat ons vrolijk wezen P. 192
1.
Sa, laat ons vrolijk wezen,
op Sint-Antonius feest, feest, feest,
Op Sint-Antonius feest.
Sint-Antonius en de duivel waren gemeen,
En ze dansten om het zeest, zeest, zeest
En ze dansten om het zeest
2.
Een van Lucifers posturen,
Die wilde vrolijk zijn ...
Hij droeg een ijzer braadpan op zijn hoofd,
En een vaatje brandewijn ...
3.
A vous, zeid' hij, Sint Antoneke,
't is een glazeke tegen de vaak ...
Sint-Antonius riep: 'k een mag geen brandewijn,
En hij goot het tegen zijn kaak ...
4.
Dat was om hem te kwellen,
door 't nemen van de drank ...
Sint-Antonius greep de duivel bij de steert,
En hij schreeuwde wel zes uren lang ...
5.
Dan kwam er nog een tweede
Die droeg en blauw kleed nat ...
Maar hij ging hem aan en 't vaandel schoot in twee
En de duivel viel op zijn gat ...
6.
Daar kwam er nog een derde
Die greep hem bij zijne kap ...
Sint Antonius riep: Jesus, Maria, Josef!
En de duivel gaf hem een lap ...
7.
Daar kwam er nog een vierde
Die deed alleen muziek ...
En 't eerste was Hebreeuws en 't tweede was Latijn
En het derde dat was Grieks ...
8.
Daar kwam er nog een haantje
Het welke kraaide fel ...
Sint Antonius riep: 'k Versta dit haantje niet!
En hij sloot zich in zijn cel ...