Vlaamse dodendans P. 77
1.
Op een gitzwarten hengst daar rijdt de dood
dicht en grauw is zijn masker als lood
Als de soldaten het veld in marcheren
laat hij zijn ros ernaast galopperen
R.
Vlaandren in nood!
In Vlaandren rijdt de dood!
In Vlaandren rijdt de dood!
2.
De dood kan ook de trommen slaan
zijn roffel de harten sneller doet gaan
Hij trommelt luid, hij trommelt luid
Nu trommelt hij op een dodenhuid
3.
Toen hij zijn eersten roffel sloeg
het bloed van al hun harten joeg
En toen de tweede roffel klonk
de landsknecht in zijn graf verzonk
4.
De derde roffel zolang ging
tot hij van God den zege ontving
De derde roffel is traag en klinkt
alsof een moeder haar kind toezingt