Voor outer en heerd P. 88
1.
Geen roekeloze wagers
Stil volk dat zich beraadt
Aleer het zijn belagers
Manhaft te lijve gaat
Zij wisten wat zij wilden
Toen zij tot stout verweer
De piek of zeis optilden
Of grepen naar ’t geweer
R.
Voor Vrijheid en Recht, ongeknecht )
onverweerd voor outer en heerd ) (bis).
2.
Zij steunden op Oranje’s
De Nederlanden één!
En juichten toen Brittannië’s
Beloofde vloot verscheen
Kloekmoedig in de gouwen
Van Diets Zuid-Nederland
Zijn allen sterk en trouwe
Gesprongen in den brand
3.
Rollier, Corbeels, Van Gansen,
Bevochten onverveerd
Met wisselende kansen
Den vijand van hun heerd
Zij kampten koen als leeuwen
En, werden ze overmand
Hun namen staan voor eeuwen
In ’t hart van ’t volk gebrand