Ave confrater P. 46
Dit lied wordt gezongen ter afsluiting van een cantus door praeses en schachtentemmer, na het overdragen van praesidiumfuncties of om twee commilitones te eren. De twee commilitones gaan naast elkaar staan en kruisen de rechterarm met elkaar, telkens met in de rechterhand het glas ter hoogte van de mond. Tijdens het zingen wandelen zij rond de as van hun gekruiste armen.
De praeses of eerste commilito (C1) heft aan en de tweede (C2) antwoordt:
C1: Ave confrater!
C2: 'k Drink liever bier dan water!
C1: Drink dan op het commando van één, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven!
De tweede commilito begint bij 'één' te dringen en ledigt het glas bij 'zeven', waarna hij even het glas omgekeerd op zijn hoofd zet en dan zingt:
C2: Er is niets meer in mijn glas gebleven!
C1: Flectamus genua!
Beide commilitones gaan tijdens het zingen van vorige zin door de knieën en staan recht bij:
C2: Levate!
Nu worden de rollen omgedraaid en herneemt de schachtentemmer of tweede commilito bij de eerste zin met "Ave confrater!" en wordt het lied opnieuw gezongen.