Antwerpse Gilde P. 468

Provincie Antwerpen

Melodie: 'De gilde viert'

1.
De Gentse stee, nu opgelete,
De Gilde komt met lint en pet
Vanuit het Stad der steden.
en huilt de boer weer van verdriet,
Bij 't horen van ons Gildelied,
Rest hem nog veel te leren.

R.
Een grootse streek bevolken wij,
Een godendrankske drinken wij,
De schoonste taal die spreken wij.
De sterkste clubs! 't Antwerpse Gild!
Heersers over Gent!

2.
De man van 't Stad, de Kempenzoon,
Mechelnaar, zet u op de troon,
Van heel 't studentenleven.
En als de boer vol afgunst lonkt;
De Gilde met zijn grootsheid pronkt,
Zal heel de stede beven.