De soldaat P. 208
1.
Een soldaat van Napoleon de Grote
Was het leger grondig beu
Hij had gestreden, gevochten en geschoten
Il voulait bien être à deux
En op een morgen was hij niet op het appel
En de sergeant riep razend kwaad: mille tonnerre
Maar alle andere soldaten wisten 't wel
Ze zegden droevig: hij is naar zijn pauvre mère
R.
Leipzich, Moskou, Petrograd,
Zijn heel mooie namen
Maar ik weet een kleine stad,
Waar wij nog nooit kwamen
Zeven eenden in de vijver,
Zeven banken op de markt
En het standbeeld van een schrijver
En het meisje van m'n hart
Links, rechts, een, twee, leve de sergeant
En ze wuifde met haar hand
2.
Een soldaat van Napoleon de Grote
Lag te slapen in het gras
Hij had nog net een liedeke gefloten
Waarvan de tekst vergeten was
En hij droomde dat hij stierf voor 't vaderland
En hij kreeg postuum wel honderd dekoraties
En ieder jaar werd er voor hem een vlam gebrand
En zijn oude moeder leefde praktisch gratis
3.
Een soldaat van Napoleon de Grote
Die ontwaakte van de kou
In de buurt werd er plotseling geschoten
Hij zei een akte van berouw
En uit gewoonte strikte hij zijn das
Maar toen floot er iets en alle vogels zwegen
En er was een heel klein gaatje in zijn jas
En een klokje klepte ergens tien voor negen
R2.
Zeven eenden in de vijver,
Zeven banken op de markt
En het standbeeld van een schrijver
En het meisje van m'n hart
Links, rechts, een, twee, leve de sergeant
Ze had nog steeds geen ring aan haar hand