De vier weverkens P. 174

Aliases: Vier weverkens
* Telkens vervangen door de laatste regel van de ervoor gezongen strofe

1.
Vier weverkens zag men ter botermarkt gaan
En de boter die was er zo diere.
Zij hadden geen duit haast meer in hunne tas
En ze kochten een pond sa vieren.

R.
Schietspoele sjerrebekke spoelza!
Djikkedjakke kerrekoltjes klits klets!
En ze kochten een pond sa vieren.*

2.
En als zij dat boterken hadden gekocht,
Zij hadden er vier platelen.
Zij spraken dat vrouwken zo vriendelijk aan:
Sa vrouwken en wilt het ons delen.

3.
"Wel geren," zei 't vrouwken, "zal ik u dat doen,
Ja, zo wel als een vrouwken vol eren.
Want ik wete wel wat er de weverkens zijn
En de weverkens zijn er geen heren."

4.
Wat zouden de weverkens heren zijn,
Zij en hebben er huize noch ervan!
En kruipt er een muiske in hunne schapraai,
Van honger zo moet het er sterven.

5.
En als dan dat muiske gestorven zal zijn,
Waar zullen zij het begraven?
Al onder de weverkens hunne getouw
En het grafken zal rooskens dragen.